Toen ik acht jaar was in de hongerwinter 1945 woonden wij in een “betere” buurt. Mijn Duitse moeder was de tweede vrouw van mijn vader, weduwnaar met een aantal volwassen kinderen. Vanuit de bossen vlak bij ons vuurden de Duitsers hun projectielen naar Londen. ’s Nachts werden wij gebombardeerd door de geallieerden. Wij hoorden soms de projectielen vlakbij neerstorten. Ze waren onbetrouwbaar. Er was voor ons geen licht, geen verwarming, geen eten. Na de oorlog was er geen school, ik leefde op straat. Vader was zwaar gestoord en liep in pyjama de straat op of hoorde stemmen die hem opdroegen mijn broertje te vermoorden. Hij sliep slecht, moeder dus ook. Zijn pensioen werd uitbetaald in vooroorlogse guldens, cadeautje van de overheid. We waren straatarm en kregen kleding en voedsel van de bedeling. Ik had later mijn krantenwijk en vakantiebaantjes.
Na de oorlog op school moest ik in twee jaar leren wat je anders in zes jaar leert. Daarna bracht ik zes saaie jaren door op het gymnasium bij de Paters. Elke dag Heilige Mis en geen feestjes met leuke meisjes. Thuis was er alleen blijdschap als we Kerstmis vierden bij kaarslicht. Dan zag ik dat mijn ouders echt wel van elkaar en van ons hielden. Die momenten zal ik nooit vergeten. Wij droegen zelfgemaakte kleding, korte broek en zo. Mijn moeder sprak half Duits, half Hollands. Mijn vader liep verdwaasd over straat, soms hardop biddend. Ik schaamde me rot voor dit alles. Ik leerde toen de verwoestende kracht van schaamte kennen. Ik loste dit op met opscheppen, liegen en stelen. Op een kwade dag vond ik in een boekwinkel een nudisten blaadje met blootfoto’s. Dit kwam geweldig hard binnen. Ik heb het blaadje in een parkje verstopt, ik moest dit echt niet mee naar huis nemen. Dit was het begin van mijn dubbelleven. Later kwamen er een nicotine- en drankverslaving en het structureel liegen bij. Ik greep alles aan om maar het leed te verzachten, zonder te weten wat dit voor mijn hele leven zou gaan betekenen! Het gebeurde gewoon. Op den duur ontaardde dit in totaal immoreel gedrag vooral tegenover mijn vrouw en anderen. Ik greep ook de “big fix” aan: lusten op porno. Toen volgden prostituees en het allerergste: verliefd worden op prostituees! Wij waren Rooms Katholiek opgevoed en ik ging te biecht met telkens weer dat verhaal over tig keer masturberen. Ik raakte van God los en had nauwelijks nog enig moreel besef.
Na mijn eindexamen was er niemand om mee te overleggen wat ik wilde gaan studeren. Het werd een technische studie, een verstandskeuze. Ik had niet gezien dat ik op mijn examencijfer een negen voor Natuurkunde had gekregen. Dáár lag mijn interesse: kwanten, sterrennevels, dimensies, dat soort raadselachtige dingen.
De studie kon mij niet boeien en liep na drie jaar vast. Ik verloor mijn studiebeurs en moest in militaire dienst, hetgeen mij drie jaren kostte inclusief een half jaar bijtekenen om geld te verdienen voor mijn studie Natuurkunde. Eindelijk had ik beseft dat dit mijn ware droom was. Ik ben afgestudeerd, terwijl ik de kost verdiende met lesgeven. Ik vond uiteindelijk de baan van mijn leven bij een internationaal bedrijf en heb daar vele jaren met grote voldoening gewerkt. Toen heb ik ook mijn vrouw leren kennen. Wij hebben twee jaar in het buitenland gewoond. Ik heb altijd hard gewerkt. Dat was bijna weer een nieuwe verslaving.
Toen we enkele jaren gelukkig getrouwd waren nam de verslaving het over. Weer besefte ik niet wat ik op het spel zette. Lust werkt voor mij als een soort onmiddellijke verdoving zodra ik ook maar even een foute herinnering of gedachte toelaat. Opnieuw het gedoe, inclusief prostituees. Hoe mijn vrouw dit decennia lang heeft kunnen uithouden weet ik niet maar ik bewonder haar daar om en ben haar eindeloos dankbaar. We hebben met onze twee dochters altijd een hechte familie gevormd.
Ik ben met vervroegd pensioen gegaan toen dat kon. Daarna eiste de verslaving mij echt helemaal op, vrat tijd en geld op en nam het uiteindelijk helemaal over tot onze dappere jongste dochter mij op mijn acht en zestigste wakker schudde. “Mama houdt het niet langer vol zo …” vertelde ze. Ik was verslagen en heb eindelijk hulp gezocht, eerst nog psychotherapie maar dat haalde niets uit. Ik kon na vijftig jaren verslaving echt niet zo maar even stoppen met outacten en ik kon nu zeggen dat “ik er aan werkte”. Ik stond machteloos. Uiteindelijk belandde ik bij een andere fellowship. Jarenlang heb ik een meeting in Amsterdam bijgewoond, treinend vanuit de provincie, veel service mogen doen en mijn eerste sponsor gevonden. Hij had het altijd over “Het zekere weten.” Ik weet nu wat hij bedoelde: na het “spiritueel ontwaken” ervoer ik ook dat mijn “Hogere Macht” mij voortdurend bijstaat in mijn machteloosheid. Concrete voorbeelden te over.
Ik had in de loop van mijn leven een enorme afkeer gekregen van alles wat naar religie of dogmatiek rook. Echter, de formulering van het twaalfstappenprogramma, “God zoals ik Hem begrijp”, was voor mij de aanvaardbare formulering die me over de streep trok. Mijn tweede sponsor sprak vaak van “Vertrouwen met een grote V”. De derde nam mij tot driemaal toe door de eerste drie stappen totdat ik eindelijk langere tijd nuchter kon blijven. Mijn huidige sponsor gaat vooral weer dieper op alles in en is vaak op zoek naar mijn motieven. Ik kreeg telkens precies die sponsor die ik nodig had op het punt waar ik was in het programma. Ik ben nu meerdere jaren nuchter en het valt best mee dat ook te blijven.
Ik heb een compleet nieuw leven gekregen. Soms zijn er nog die verraderlijke fantasietjes. Ik moet dan onmiddellijk, of ik wil of niet, in actie komen. “God, help me! Neem dit van me af! Ik kan dit niet aan!” Het is vooral gevaarlijk als ik “eventjes” iets op internet zoek. (Ik gebruik op aanraden van mijn sponsor geen filter meer). Het besef dat een enkele blik op foute beelden dodelijk kan zijn en sowieso einde huwelijk en familie betekent, weerhouden mij en maken dat ik overeind blijf. Toch is het telkens weer een vreemde ervaring, werkelijk. “Is dit God die ingrijpt” denk ik dan. Alsof ik even helemaal weg ben geweest, zo voelt het.
“Addicts have to learn to nourish themselves” heb ik ergens gelezen. En dat is zo! Ik heb op den duur “voeding” gekregen uit vogelen, fotograferen, samen met mijn vrouw de expert, en mijn geliefde fysica, voorts muziek en het spelen en lol trappen met de kleinkinderen, dat soort dingen.
Dit alles echter is in de plaats van schaamte, angst, schuld en die zinloze lust gekomen en het werkt fantastisch, niet ieder moment maar wel gestaag. Soms heb ik zelfs het gevoel dat de ziekte een geschenk voor mij is omdat ze mij deze tweede kans gegeven heeft. Telefoontjes, meetings, gesprekken met een fellow of sponsee “voeden” ook altijd. Desondanks is er nog steeds die onverwachts opdoemende aandrang tot gemakshalve liegen of hopen dat ik “iets” te zien krijg in het zwembad of op het strand of in de bewoonde wereld – wij wonen buitenaf – en heel soms nog even dat “hemelse fantaseren”. De ziekte geeft het nooit op. Het is zo en het zij zo.
Wat mij helpt per dag:
– ’s Morgens het derde stap-gebed (totale overgave) en lezen of citeren van pagina 164 uit het Big Book “Een toekomstperspectief” (beide uit het hoofd geleerd).
– Minstens één fellow bellen.
– Bij lunch en avondeten even stilstaan, checken hoe het er voor staat en kort bidden.
– Op elk moment dat het gevaarlijk lijkt te worden een schietgebed: “God, Help me! Ik kan dit niet aan, het is te veel voor me, te zwaar, sta me alstublieft bij! Ik kan dit niet alleen.” (helpt altijd en altijd weer!)
– ’s Avonds God danken voor al het goede, vergeving vragen voor wat verkeerd was. Eventueel bidden voor iemand die het moeilijk heeft. Nooit voor mijzelf bidden.
Zelden lukt dit alles elke dag, meestal wel ‘n flink deel en of een meeting of enige service in plaats van alle punten hierboven. God schenkt me toch telkens weer die volgende dag nuchterheid zelfs als ik het eens allemaal vergeet en als een dolleman aan de slag ben gegaan, op reis moest of zo en pas ’s avonds besef dat ik die dag weer eens op selfwill heb gedraaid. God is vergevingsgezind.