Ik ben nooit in een konijnenhol gesprongen, maar ik ben diep in het internet gevallen. Daar vond ik een vreemde wereld waar verboden dingen vrij beschikbaar waren – zelfs gevierd werden. Eerst genoot ik van deze geheime plaats waar geen goed of kwaad bestond. Wat ik daar deed, bleef daar. Zo bleef ik daar elke dag langer en langer. Al snel miste ik in mijn leven overdag de intrige van mijn geheime onderwereld. Niet lang daarna veranderden mijn ogenschijnlijk onschuldige online ontmoetingen in ontrouw met anderen in levende lijve. Ik bedroog regelmatig mijn vrouw, na meer dan 15 jaar trouw huwelijk.
Mijn vrouw tolereerde in eerste instantie mijn online wangedrag; ze verwachtte dat ik mijn internet ‘fase’ zou ontgroeien. Vijf jaar later was ik de fase niet ontgroeid, maar was zij het huwelijk met een verslaafde ontgroeid. Als snel was ik vrijwel alleen onze twee kinderen aan het opvoeden. Mijn nieuwe ‘vrouw’ was het internet. Ik overschreed tal van grenzen in mijn online leven. Dingen die me aanvankelijk deden walgen, moesten uiteindelijk worden uitgeprobeerd. Toch was ik erg trots op één ding: mijn online leven was nooit van invloed op mijn kinderen. Tenminste dat dacht ik.
Hoewel mijn online krankzinnigheid niet gericht was op mijn kinderen, hebben ze er zeker onder geleden. Ik herinner me een zaterdagochtend toen ik snel inlogde op internet ‘om even te zien wie online waren’. Toen mijn kinderen wakker werden, smeekten ze me om ontbijt klaar te maken.
“Smeer maar wat geroosterd brood,” schreeuwde ik om eronderuit te komen om een online chat voort te zetten.
“We hebben nog steeds honger!” schreeuwden ze kortaf.
“Kook wat eieren voor jezelf!” schreeuwde ik geïrriteerd terug.
“Maar het is tijd voor middageten nu!” Ik keek op en besefte dat het vier uur later was.
“Warm een pizza op; ik kom er zo aan,” wierp ik tegen, “ik ben nu echt even druk bezig!”
Al snel klaagden ze: “Je zei dat je ons naar het zwembad zou nemen, maar nu is het gesloten.”
Ik snauwde kwaad: “Het zwembad sluit pas om 18.00 uur!” Een blik op de klok liet me zien wat ik niet wilde toegeven. Ik had weer een hele dag verloren aan mijn verslaving, en mijn kinderen weer een dag normaal leven ontnomen.
“Ik zal het goed maken, kinderen,” beloofde ik, “jullie zullen het zien. Binnenkort zal ik bij zijn met mijn werk en dingen zullen veranderen.”
Ik bad dat ze mijn eeuwige beweringen over ‘belangrijk werk’ op de computer zouden geloven. Maar hun lege kledingkasten en lege zakken vertelden hen dat mijn werk niet veel opbracht. “Ik zal het goed maken met jullie,” werd een vertrouwde en lege belofte.
Totdat ik in herstel kwam, kon ik mijn krankzinnigheid niet zien. Mijn online leven was helemaal geen leven. Als ik iemand online ontmoette, verveelde het snel en ging ik verder naar de volgende onechte vriend. Mijn ‘echte’ leven werd mijn nachten achter de computer. Mijn dagen werden bleke spoken van mijn verleden. Ik zag mijn huis, huwelijk en bedrijf allemaal voor mijn ogen verdwijnen. Tegenover mijn online vrienden klaagde ik erover hoe gestoord de offline wereld was. Iedereen die het niet met me eens was, werd vervangen voor een andere vriend.
Op een dag kreeg mijn dochter een deel van een online chat te zien die ik vergeten was te wissen. Het was kort maar afschuwelijk. Ik betwijfel of ze wilde geloven dat deze woorden kwamen van de vader die ze vertrouwde – maar dat was zo. Ze vertrok uit mijn leven dankzij haar waakzame moeder. Mijn ziekte maakte mijn dochters’ overtuiging dat ze een goede vader had kapot. Sommige mensen bereiken de bodem pas na de gevangenis, een gekkenhuis, of een rechtbank voor echtscheiding. Voor mij was het toen mijn geheime onderwereld in botsing kwam met de kwetsbare realiteit van iemand die ik met heel mijn hart liefhad. Zoals veel mensen in herstel ben ik sindsdien dankbaar voor de ramp die me hier heeft gebracht. De slechtste dag van mijn leven bleek mijn reddingsboei te zijn geworden.
Ironisch genoeg werk ik nu bijna dagelijks op internet voor mijn beroep. Dankzij mijn Hogere Macht is het internet niet de automatische trigger die het vroeger was. Nadat ik nuchterheid vond, één dag per keer, besefte ik dat het web niet mijn echte probleem was. Mijn probleem was een fysieke hunkering en een mentale krankzinnigheid in mezelf. Internet was slechts de trigger. Mijn echte vijand was mijn verslaving. Ik werkte met de Stappen, woonde bijeenkomsten bij, en volgde aanwijzingen van mijn sponsor op. Toen ik eindelijk met het program werkte – en er dagelijks aan werkte – werkte het programma.
Precies vandaag sprak ik een uur met mijn dochter aan de telefoon en ze vertelde me alles over haar verhuizing naar een grotere stad. Ze was aanwezig op mijn recente huwelijk en ik kwam naar haar diploma uitreiking. Ik weet niet of ze me zal vragen haar naar het altaar te begeleiden als ze op een dag gaat trouwen, maar ik denk mogelijk van wel. Nadat ik het enkele keren weer goed gemaakt had, is dat dieptepunt waar wij samen doorheen zijn gegaan, vervangen door een dagelijkse Hogere Macht.